- Home
- aikikan
- leden
- locaties
- lessen
- voor scholen
- voor bedrijven
- Actueel
- AAB
- contact
Modern Aikido is stevig geworteld in de volgende drie stijlen: Kito Ryu Jujitsu, Goto-Ha Yagyu Ryu Jujitsu en Daito Ryu Jujitsu. Kito Ryu Jujitsu wordt beoefend in volledig harnas of formele kledij die de volledige wapenrusting symboliseert; de technieken zijn erop gericht de tegenstander tegen de grond te werpen. Dr. Jigoro Kano combineerde de beste elementen van Kito Ryu Jujitsu met Tenjin-shinyo om modern Kodokan Judo te vormen. Goto-Ha Yagyu Ryu Jujitsu heeft wortels in Iajutsu of de kunst van het zwaardtrekken. Van deze drie is Aikido vooral beïnvloed door Daito Ryu Jujitsu.
Daito aikijutsu zou gesticht zijn door Prins Teijun, de zesde zoon van Keizer Seiwa (850-880 AD). De zoon van de Prins, Tsunemoto, gaf de stijl door aan de volgende generaties van de Minamoto familie. Ten tijde van Shinra Saburo Yoshimitsu, de jongere broer van Yoshiie Minamoto, waren de grondslagen van het huidige aikido reeds gelegd. Yoshimitsu was een verstandig krijger, en zag in dat de handen en polsen van de krijger noodzakelijk slecht beschermd waren door het harnas en dus kwetsbaar. Hij ontwikkelde daarop technieken die speciaal deze punten aanvielen. Hij bestudeerde ook de lichamen van gesneuvelde soldaten op het slagveld om de effecten van verschillende technieken te controleren. De overlevering zegt dat de naam Daito verwijst naar de naam van zijn woning.
Yoshimitsu’s tweede zoon Yoshikiyo woonde in Takeda in the provincie Kai waar hij uiteindelijk bekend werd onder de naam Takeda. De technieken waren de geheime stijl van het Huis Takeda en enkel bekend aan familieleden en hun trouwste aanhangers. Shogun Takeda Shingen stierf in 1573 en de clan verloor de macht. Zijn nakomeling Takeda Kunitsugu verhuisde in 1574 Aizu, waar hij de feodale landheer werd, waarna de technieken bekend werden onder de naam aizu han otome waza. Aan de Nisshinkan, de dojo van de clan in Aizu, werd getraind in Itto-ryu kenjutsu, en vormen van Jujitsu.
De Aizu kwam later onder de autoriteit van de familie Saigo, die de erfelijke eigenaars werden van de Aizu technieken, toen bekend onder de naam Oshiki Uchi.
In 1868 werd het feodale systeem afgeschaft, toen de macht van de militairen werd overgedragen aan de keizer, Meiji. Saigo Tanamo (1829-1905), toen heer van Aizu en hoofd van Daito-ryu, beval Takeda Sokaku om de Daito-ryu te verspreiden en zo te bewaren voor de komende generaties. Tanomo gaf alle technieken door aan Sokaku, die tijdens de Meiji, Taisho en vroege Showa periode (in het begin van de 20ste eeuw) de stijl in heel Japan begon te verspreiden.
Opgemerkt moet worden dat er geen betrouwbare bewijzen gevonden zijn van het bestaan van de naam Daito-Ryu voor Saigo Tanamo, en sommige onderzoekers geloven dat hijzelf er het grootste deel van ontwikkeld heeft, of toch minstens gesystematiseerd. Een argument hiervoor is dat de filosofie van Daito ryu gebaseerd is op neo-Shinto gedachten. Als de ryu echt zo oud is als de legende vertelt, zou de filosofie eerder een esoterische vorm van Mikkyo geweest zijn. Tanamo daarentegen was een Shinto priester. De naam Daito zou ook “Groot Oosten” kunnen betekenen, een term die verwijst naar de gedachte van koloniale expansie die erg in trek was ten tijde van Tanamo. Voor Tanamo stonden de Aizu technieken eerder bekend onder de naam oshiki uchi, wat “ritueel binnen” betekent. Dit is trouwens een mogelijke reden waarom de meeste technieken van Daito-ryu en Aikido erg elegant zijn, en er weinig luide kiai gebruikt wordt. De technieken waren bedoeld voor edellieden en hooggeplaatste vrouwen, als zelfverdediging voor binnenshuis, tijdens formele plechtigheden, niet voor gebruik op een slagveld.
Takeda Sokaku (1859-1943) was een meester van Ono ha itto ryu en Jiki shinkage ryu en naast zijn bekwaamheid in de zwaardkunst had hij ook een diploma in bugei ju happan, de 18 soorten wapens, en een certificaat van Hozoin Sojutsu. Hij gaf les tot zijn dood in 1943. Takeda trok door heel Japan en vestigde zich tenslotte in Hokkaido. Zijn zoon Tokimune Takeda opende de daitokan dojo in Abashiri, Hokkaido, om de verspreiding van de stijl verder te zetten. Tokimune Takeda is huidige grootmeester van het systeem in Japan. De hoofdfiguren van de Ryu zijn Kotaro Horikawa, Yukiyoshi Agawa, Takuma Hisa, Hosaku Matsuda en Tomekichi Yamamoto. Zijn meest bekende student was Morihei Ueshiba, stichter van Aikido, die er technieken van andere stijlen en van eigen fabricaat aan toevoegde. Alvorens bij Takeda te studeren had Ueshiba reeds diploma’s behaald van Tokusaburo Tozawa in Kito Ryu Jujutsu en van Masakutsu Nakai in Goto-Ha Ryu Jujutsu.
Takeda was even bekend voor zijn strenge karakter als voor zijn krijgskunde, en gebruikte zijn kunnen in verschillende gevechten op leven en dood. Takeda was 54 toen Ueshiba hem voor het eerst ontmoette eind februari 1915, in Engaru, Hokkaido. Deze ontmoeting was het begin van een stormachtige relatie die meer dan 20 jaar duurde.
Hokkaido is het meest noordelijke van de Japanse eilanden, en is getekend door de tradities van een oud ras, de Ainu, en door de romantische aantrekkingskracht van het pioniersleven. Het leven is er vrij en natuurlijk, er zijn weinig grote steden, maar wel bergen, wouden, rivieren, moerassen en weiland, en vele heetwaterbronnen. Het jaarlijkse sneeuwfestival is wereldberoemd voor de ijssculpturen.
Ueshiba begon met 3 seminaries van 10 dagen kort achter elkaar, die eindigden in april van hetzelfde jaar. De archieven van Daito-ryu tonen aan dat hij in 1916 aan nog 3 seminaries deelnam. Ueshiba nodigde daarna Takeda uit bij hem thuis en kreeg intensieve priveles, waarover helaas weinig bekend is.
Ueshiba verliet Hokkaido definitief in december 1919 toen zijn vader op sterven lag. Hij liet zijn huis over aan Takeda en vertrok naar Tanabe. Onderweg stopte hij in Ayabe, centrum van de nieuwe Omoto godsdienst, om te bidden voor zijn vader. Hier ontmoette hij Onisaburo Deguchi, een andere belangrijke invloed op zijn leven. Na de dood van zijn vader verhuisde Ueshiba met zijn vrouw, moeder en twee kinderen naar Ayabe. Op aansporen van Deguchi opende Ueshiba zijn eerste dojo in zijn huis, gekend als Ueshiba juku, en gaf les in Daito Ryu aan de volgelingen van de Omote.
Twee jaar later, in april, kwam Takeda naar Ayabe met zijn vrouw, dochter en de latere hoofdleraar Tokimune, toen 6 jaar oud, en bleef voor 5 maand logeren bij Ueshiba. De versies van Daito-ryu en Aikido verschillen van mening over de vraag of Takeda zichzelf uitnodigde of op vraag van Ueshiba kwam. Bekend is dat Takeda les gaf in Ueshiba juku dojo, en dat na de 5 maanden Ueshiba het kyoju dairi certificaat kreeg dat hem toeliet officieel les te geven in Daito-ryu. Het is geen verassing dat Takeda en de spirituele Deguchi elkaar niet konden uitstaan, hoewel de Omoto leider Sokaku een zwaard en een schilderij schonk als afscheid. De relatie tussen Takeda en Ueshiba kwam onder druk vanaf deze periode. Na Takeda’s vertrek in september 1922 waren de contacten schaars, hoewel Takeda Ueshiba enkele malen bezocht in zijn dojo in Tokyo. Ueshiba werd een bekende leraar terwijl Takeda bleef rondreizen om seminaries te geven voor prominente personen zoals rechters, politieofficieren, militairen enz. De twee onderhielden wel contact per brief. Ueshiba gaf Daito-ryu diploma’s uit tot zeker 1937, onder andere aan Kenji Tomiki, Minoru Mochizuki, Rinjiro Shirata, en Gozo Shioda.
Het is moeilijk te achterhalen wat precies fout liep in de relatie, aangezien er bijna geen overlevende getuigen zijn, en de emotionele verklaringen van volgelingen van Takeda en Ueshiba zijn meestal in tegenspraak. Ueshiba had duidelijk diep respect voor de techniek van zijn leraar, terwijl Takeda de stichter van de Aikido beschouwde als een van zijn beste leerlingen. De oorzaak lag waarschijnlijk bij de veeleisende persoonlijkheid van Sokaku, de onafhankelijke en spirituele orientatie van Ueshiba, en de onduidelijke financiele afspraken met betrekking tot Ueshiba’s verplichtingen als erkend leraar van Daito-ryu. Volgens de Daito-ryu eimeiroku van 15 september 1922 moest hij Sokaku 3 yen registratie betalen per student in zijn dojo. Later beschuldigden beide elkaar van ongepast gedrag op financieel vlak. Takeda gaf kyoju dairi status aan een boel mensen, waaronder Taiso Horikawa, Yukiyoshi Sagawa, Kotaro Yoshida, Kotaro (Kodo) Horikawa, en Takuma Hisa (Kiyoshi Watatani geeft 29 namen in zijn Bugei Ryuha Dai Jiten), en in theorie moesten die alle dezelfde bedragen betalen. Het is zeer de vraag of Morihei de enige was die financiele problemen had met Takeda.
Daito-ryu aikijujutsu heeft 4 niveaus: Shoden (laagste), Chuden (gevorderd), Okuden (hoogste) en Hiden (geheime technieken).
De training in Daito-ryu start met Shoden, waarin de student leert ukemi, taisabaki, tesabaki and ashisabaki (verplaatsingen van handen en voeten), verdediging tegen grijpen, gevolgd door verdediging tegen slagen, trappen en wapens (tanbo, jo, chobo, tanto en katana). Deze technieken worden staand, zittend of liggend geoefend. De eerste rol Hiden Mokuroku beschrijft de eerste 118 jujutsu technieken van het Shoden niveau.
Dit zijn gevorderde jujutsu technieken met grote zachte bewegingen zoals in aikido, de aiki training bestaat uit de combinatie van deze technieken met de shoden reeks. Op dit niveau is het toegestaan grote bewegingen te maken, meerdere stappen te verplaatsen en enige kracht te gebruiken.
In Okuden zijn alle bewegingen zo klein mogelijk. Ademhaling, timing en cirkels worden gebruikt ipv kracht, de technieken zijn kort en snel, en de aanvaller kan geworpen worden zonder hem aan te raken. De reflexen van de aanvaller worden tegen hem gebruikt, en het wordt gemakkelijk het lichaam van de tegenstander te gebruiken als een extensie van zichzelf.
Dit zijn de geheime technieken. De ware aiki bestaat altijd uit zachte technieken die enkel werken als het hele lichaam en de ademhaling gebruikt worden. De aanvaller wordt licht aangeraakt, en de technieken zijn zo klein dat zelfs ervaren budoka niet kunnen zien wat er gebeurt. Het meest fascinerende aspect van Daito-ryu is dat fysieke kracht niet nodig is om de tegenstander uit te schakelen, zijn eigen kracht wordt tegen hem gebruikt.